Bodemschatten In de bodem van Nederland bevinden zich tal van bodemschatten uit het verleden. Overal waar de mens komt laat het sporen achter. Deze sporen kunnen bestaan uit archeologische materialen, zoals bijvoorbeeld aardewerk scherven, vuurstenen en metalen objecten. Bij goede conserveringsomstandigheden kunnen zelfs organische materialen zoals hout, bot en zelfs zaden en pollen bewaard zijn gebleven. Naast archeologische materialen vinden archeologen ook archeologische grondsporen terug. Deze ontstaan op plaatsen waar de mens in het verleden de bodem heeft geroerd, waarbij verkleuringen in de bodem ontstaan. Archeologische grondsporen kunnen bestaan uit bijvoorbeeld: paalgaten, ingegraven sporen van palen voor een huis, kuilen voor het dumpen van afval, of greppels voor het afvoeren van water. Bij een archeologisch veldonderzoek is het de taak van de archeoloog om deze bodemschatten te waarborgen. Archeologische vondsten en grondsporen worden in het veld verzameld en gedocumenteerd. Wanneer het veldonderzoek is voltooid is het terrein vrij van archeologie. Verdere ontwikkeling van het terrein kan worden uitgevoerd, omdat de analyse en rapportage van het archeologische onderzoek op het kantoor wordt gedaan.